-
1 bereid
1 [geen bezwaren hebbend] disposé (à)2 [gereedgemaakt] prêt♦voorbeelden:1 zich tot iets bereid verklaren • se déclarer disposé à faire qc.iemand tot iets bereid vinden • trouver qn. disposé à faire qc.bereid zijn om te helpen • être prêt à aider (qn.)tot alles bereid zijn • être prêt à tout -
2 bereid
2 [genegen te doen] ready, willing ⇒ disposed3 [gereedgemaakt] ready, ready-made♦voorbeelden:2 ik ben gaarne bereid u te helpen • I shall be glad/pleased to help youtot alles bereid zijn • be prepared to do anything -
3 tot alles bereid zijn
tot alles bereid zijn -
4 tot wederdienst bereid
tot wederdienst bereid -
5 bereid zijn tot het uiterste te gaan
bereid zijn tot het uiterste te gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bereid zijn tot het uiterste te gaan
-
6 tot alles bereid zijn
tot alles bereid zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot alles bereid zijn
-
7 iemand tot iets bereid vinden
iemand tot iets bereid vindentrouver qn. disposé à faire qc. -
8 zich tot iets bereid verklaren
zich tot iets bereid verklarense déclarer disposé à faire qc. -
9 gaarne tot wederdienst bereid zijn
gaarne tot wederdienst bereid zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gaarne tot wederdienst bereid zijn
-
10 zich tot iets bereid verklaren
zich tot iets bereid verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich tot iets bereid verklaren
-
11 prêt
prêt1 [pre]〈m.〉2 soldij♦voorbeelden:prêt sur gage • belening op onderpandprêt sur titres • lening met aandelen als onderpandprêt à usage • bruiklening, -leenprêt usuraire • lening tegen woekerrente————————prêt2 [pre]♦voorbeelden:être prêt à toute éventualité • op alles voorbereid zijn1. m1) lening2) soldij2. adj1) gereed, klaar (om)2) bereid (tot) -
12 gesprächsbereit
gesprächsbereit -
13 kompromissbereit
kompromissbereit -
14 verhandlungsbereit
verhandlungsbereit -
15 zahlungsunwillig
zahlungsunwillig -
16 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
17 willig
-
18 uiterste
♦voorbeelden:van het ene uiterste in het andere (vervallen) • go from one extreme to the otherbereid zijn tot het uiterste te gaan • be prepared to go to any lengthtot het uiterste gespannen • at full strain, at concert pitch -
19 offer
n. aanbod; prijsopgave; voorstel; bereid zijn (tot)--------v. voorstellen; prijs opgeven; serveren, aanbieden; uitdrukken; bereid zijn; opofferenoffer1[ offə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aanbod ⇒ aanbieding, offerte, bod, voorstel♦voorbeelden:be on offer • in de aanbieding zijn, te koop zijn————————offer2I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; wederkerend werkwoord〉1 voorkomen ⇒ gebeuren, optreden♦voorbeelden:as occasion offers • wanneer de gelegenheid zich voordoetII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:offer one's opinions • zijn mening ten beste gevenoffer a prize • een prijs uitlovenhe offered £100 for my old car • hij bood honderd pond voor mijn oude autohe offered to drive me home • hij bood aan me naar huis te brengen -
20 be up to
sta klaar voor-; het kunnen van,bereid zijn om-be up to1 komen/staan/reiken tot3 in de gaten/smiezen hebben ⇒ doorhebben♦voorbeelden:what are you up to now? • wat voer je nu weer in je schild?4 it's up to you • het is jouw zaak, dat moet jij weten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Jan Peter Balkenende — Jan Peter Balkenende, 2007 Jan Pieter (Rufname: Jan Peter) Balkenende … Deutsch Wikipedia
Chief Rabbi — Chief Rabbinate redirects here. See also Chief Rabbinate of Israel. Chief Rabbi is a title given in several countries to the recognized religious leader of that country s Jewish community, or to a rabbinic leader appointed by the local secular… … Wikipedia
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pieter Jacob Stinissen — Activités écrivain, poète Naissance … Wikipédia en Français